Vaatwasser
Een vaatwasser, ook wel afwasmachine, vaatwasmachine of zelfs afwasser,
is een apparaat om automatisch de afwas te doen.
De afwasmachine is uitgevonden in 1886 door Josephine Cochrane, een Amerikaanse
dame uit Illinois.
De meeste afwasmachines voor thuisgebruik bestaan uit twee uitschuifbare
rekken, waar de vaat ingezet kan worden. Onder elk van deze rekken is
een draaiende sproeier gemonteerd die heet water spuit, en daarmee de
vaat reinigt. Een moderne afwasmachine kan een volledige afwas in ongeveer
anderhalf uur schoon en droog maken.
Een afwasmachine heeft vaatwasmiddel in de vorm van een poeder of tabletten
nodig om de afwas schoon te maken. Ook hebben afwasmachines glansspoelmiddel
nodig, om het glas te laten glimmen en de afwas beter te laten drogen,
en zout om het water te ontharden. Sommige vaatwastabletten bevatten twee
of drie van deze functies. Handmatig afwassen maakt voornamelijk gebruik
van de mechanische beweging om de vaat schoon te krijgen. Een afwasmachine
kan dit niet, en moet het daarom hebben van de hoge temperatuur van het
water (55 tot 75 graden Celsius) en de chemische eigenschappen van het
wasmiddel. Dit is vaak veel sterker dan een gewoon afwasmiddel, en niet
geschikt voor de huid.
In grotere keukens, zoals bij restaurants, congrescentra of mensa's,
wordt vaak gebruikgemaakt van grotere afwasmachines. Deze bestaan vaak
uit een rolband waar de afwas aan een kant op wordt gezet, en aan de andere
kant er weer schoon uit komt. Deze machines reinigen de afwas veelal binnen
5 tot 10 minuten.
|